Blog | Wie verlost ons van de huismeester?

Pas had ik er weer zo één. Zo’n telefonisch keuzemenu dat je compleet tot wanhoop drijft. Zes keuzes. Maar de mijne zat er niet bij. Ik weet niet eens wat het was, een simpel vraagje over een abonnement. Wat kun je op zo’n moment verlangen naar een menselijke stem die zegt: ‘Goedemorgen meneer Ottenhoff - ze mogen van mij ook Dennis zeggen - waarmee kan ik u van dienst zijn?’ Begrijp me goed, ik omarm elke dag de zegen van de digitalisering. In m’n werk, thuis, in m’n vrije tijd. Maar dat menselijke contact gaat een computer nooit vervangen.

Ik moest eraan denken toen van de week weer een nieuwe complexbeheerder kon starten bij een klant van ons. Ja, complexbeheerder - maar als het old school huismeester u vertrouwder in de oren klinkt mag u het ook daar op houden. Sterker nog, we hebben het zelfs in de naam van onze nieuwe dienst bij Gom Openbare Ruimten opgenomen: ‘Huismeesters van Gom, uw sleutel tot beheer zonder zorgen.'

Een opmerkelijke parallel is het wel: een ‘nieuwe’ dienst met iets dat al decennia oud is, die rol van huismeester of conciërge. Maar ik merk dat ik niet de enige ben die af en toe de doorgeschoten digitalisering wel kan schieten. Huurders van corporaties bijvoorbeeld hebben ook zo’n hekel aan die keuzemenu’s als ze iets willen vragen of een simpele melding willen doen. Die huurder stelt het op prijs als er een ‘gezicht’ namens die corporatie rondloopt op zijn complex. Iemand die altijd aanspreekbaar is. Die een oogje in het zeil houdt. Die een uur na een melding die lekkende kraan heeft verholpen. Correctie: het was een uur en een kwartier. De huismeester moest en zou nog even blijven voor een kopje koffie met een gevulde koek van de blije buurvrouw. Die social talk is tegenwoordig net zo belangrijk voor een huismeester als z’n technische skills.





Die manus-van-alles komt in een tijd als deze als geroepen. Twee voorbeelden. In een complex met studenten en ‘gewone’ huurders is op een avond een iets te luidruchtig feestje aan de gang. Geen politieagent te vinden die erop af gaat. Eén telefoontje naar de huismeester die klager en overlastveroorzaker kent en het is opgelost. Een ander voorbeeld: een woningcorporatie wil al z’n woningen laten voorzien van rookmelders. Nu installatiebedrijven óf geen tijd hebben óf van gekkigheid absurde prijzen gaan rekenen, doet ‘onze’ huismeester het tussen de bedrijven door. Huurders waren bovendien blij dat ze een bekend gezicht over de vloer krijgen.





Bij Gom Openbare Ruimten is veel gedigitaliseerd. Het is ook de reden waarom we efficiënt kunnen opereren. Maar ik ben blij dat er niet zoiets bestaat als de digitale huismeester of complexbeheerder. Als bedrijven en organisaties steeds meer onder het vergrootglas van klantvriendelijkheid komen te liggen, dan is een mens van vlees en bloed onbetaalbaar. Aan de vlucht die onze nieuwe dienst heeft genomen, concludeer ik dat woningcorporaties en vastgoedbeheerders dat ook inzien.





Het is dat die naam zo ingeburgerd is - daarom hanteren we ‘m ook - maar wat mij betreft doen we met ‘huismeester’ die veelzijdige man of vrouw flink tekort. Ja, een meester in zijn of haar vak, natuurlijk. Maar dat ‘meester’ klinkt me te streng in de oren voor iemand die (in ieder geval bij Gom) een stevig examen hospitality achter de rug heeft. ‘Complexbeheerder’ dan maar? Dat bewaar ik eigenlijk liever voor het scrabbelen. Wie een benaming heeft die écht recht doet aan een functie die helemaal van deze tijd is mag het zeggen!







Dennis Ottenhoff

Operationeel manager Gom Openbare Ruimten