Kwaliteit beter meewegen bij inkoop facilitaire diensten

Tijdens het congres ‘Van Principe naar Praktijk’ van de Stichting Code Verantwoordelijk Marktgedrag, op dinsdag 5 maart 2019 in het SER-gebouw in Den Haag kwam één vraag sterk naar voren: hoe weeg je de kwaliteit goed mee bij de inkoop van facilitaire diensten? Bij de inkoop van facilitaire diensten - schoonmaak-, catering-, beveiliging- of verhuisklussen - speelt de prijs nog steeds een grote rol. Maar juist bij de inkoop van diensten is het belangrijk om de kwaliteit goed mee te wegen, hoe lastig dat voor inkopers ook mag zijn. Alleen daarmee voorkom je latere teleurstelling en vermijd je onrust onder de werkers die de scherpe prijs in de praktijk waar moeten maken.

Gemakkelijk is dat alleen niet, zo bleek al uit de voordracht van prof. J. Telgen op het congres. Kwaliteitscriteria klinken op papier nogal eens indrukwekkend wanneer aanbiedingen van verschillende bedrijven tegen elkaar worden afgewogen. Maar soms leveren die criteria in de praktijk zo weinig variatie op dat de prijs uiteindelijk toch nog de doorslaggevende factor blijft. Belangrijk is een aanbesteding zo uit te schrijven dat je bij de inschrijvingen het kaf van het koren kunt scheiden. Kennis van zaken is daarvoor een vereiste; die vakkennis is ook goed in te huren.

Met het ondertekenen van de Code Verantwoordelijk Markgedrag spreken leveranciers, opdrachtgevers, intermediaire partijen en vakbonden zich uit hier op te letten. Op het congres was veel aandacht voor het goed in de praktijk brengen van de principes, vooral in de fase van inkoop. NEVI, de vereniging voor inkoopprofessionals en Facility Management Nederland (FMN) waren dan ook nauw bij dit congres van de Code betrokken.

SER-voorzitter Mariëtte Hamer betoogde tijdens de bijeenkomst hoe belangrijk het is om de belangen van de werkers op de dienstenmarkt op deze manier te borgen. Alle partijen in de SER staan achter deze vorm van zelfregulering en de Code is volgens haar dan ook een prachtig voorbeeld waar Nederland als polderland toe in staat is. Hamer verklaarde dat ook de SER als organisatie de Code onlangs heeft getekend. 

Als president-directeur van ProRail maakte key note speaker Pier Eringa al snel duidelijk waarom zijn organisatie een van de allereerste ondertekenaars van de Code is. Met 4500 eigen medewerkers zet ProRail  tienduizend mensen aan het werk en daar gaat jaarlijks twee miljard euro aan belastinggeld in om. Eringa: "Het spoor is duurzaam, wij ook, dus doen wij geen zaken met partijen waar het niet deugt." Eringa vindt de Code belangrijk; daarbij benadrukte hij zijn voorbeeldrol en ieders eigen verantwoordelijkheid op dit vlak. Voor wat niet deugt heeft hij een simpel criterium: "het moet kloppen."

Gele kaarten

Maar hoe de Code op de werkvloer uitpakt, verschilt nog steeds, zo maakte Codevoorzitter Kees Blokland de congresgangers al direct duidelijk: "We brengen Best Practices in beeld, we delen gele kaarten uit en er zijn ook nogal wat vragen waar we in de praktijk tegenaan lopen." De 140 congresgangers gingen vervolgens aan de hand van stellingen en vragen in rondetafelgesprekken met elkaar in debat. Veel van de uitkomsten daarvan werden aan het eind van de dag door dagvoorzitter Aukje Nauta in samenspraak met Blokland teruggekoppeld naar de zaal.

Onafhankelijk toezicht

Eén van de vragen was of de belangen van de dienstverlenende medewerkers via de Code wel afdoende beschermd zijn. Moet er niet een zwaardere institutionele bescherming komen, zoals de consument nu via de ACM wordt beschermd tegen kartelvorming op de markt? Blokland concludeerde mede naar aanleiding van de antwoorden dat er een onafhankelijk toezicht op het marktgebeuren in dienstverlening vanuit het perspectief van medewerkersbelangen moet komen. Het ministerie van Economische Zaken zou dit in zijn rol als 'marktmeester' moeten meenemen

Vanuit de intermediairs werd aan het eind van het congres aangeboden om vanuit de Code een informatief paper te schrijven waarin know how en praktijktips komen over hoe in facilitaire dienstverlening kwaliteit goed en effectief kan worden uitgevraagd.

Over de code

De Code Verantwoordelijk Marktgedrag werd zeven jaar geleden geïntroduceerd in de schoonmaak en glaswasserij om een einde te maken aan de doorgeschoten prijzenslag in die branche. De Code heeft haar werkterrein sindsdien uitgebreid naar de wereld van de catering, beveiliging en projectverhuizing. Ruim 1.400 ondernemingen hebben de principes inmiddels omarmd.



Benieuwd naar hoe het congres eruitzag? Hieronder vindt je een sfeerimpressie.

Eerst de kwaliteit, dan de prijs

Als bestuurslid binnen de Nederlandse Veiligheidsbranche en namens aangesloten werkgevers in de beveiligingssector, heeft Ellen Groenewoudt vorig jaar mijn handtekening gezet onder de Code Verantwoordelijk Marktgedrag. Daarmee werd een unieke gedragscode geformaliseerd waarin afspraken zijn vastgelegd over de inkoop van dienstverlenende werkzaamheden, waaronder beveiliging.

Betrokken opdrachtgevers, opdrachtnemers, vakbonden en bemiddelaars vinden het belangrijk dat bij een uitvraag eerst gekeken moet worden naar de kwaliteit van de uitvoering, waar goede werkomstandigheden ook onder vallen. Vervolgens kan gekeken worden tegen welke prijs dit kan.

Na ondertekening van de Code Verantwoordelijk Markgedrag heeft Ellen Groenewoudt, opnieuw namens aangesloten werkgevers, zitting genomen in de Codekamer Beveiliging. Vanuit die kamer toetsen we of betrokken partijen de gemaakte afspraken ook daadwerkelijk naleven. Daarnaast is het een gezamenlijke ambitie om zoveel mogelijk werkgevers, opdrachtgevers en andere stakeholders actief bij de code te betrekken.

Nieuwsgierig naar de Code Verantwoordelijk Marktgedrag binnen de beveiligingsbranche? Hier vindt u meer informatie.