Particuliere beveiligingsbedrijven kunnen veel taken overnemen van de politieorganisatie, die de komende jaren steeds verder onder druk komt te staan. Daarbij moet gedacht worden aan taken die geen speciale bevoegdheden vergen en waarvoor ook geen geweld hoeft te worden toegepast. Dat zegt de Nederlandse Veiligheidsbranche in de deze week gepubliceerde ‘Visie op particuliere beveiliging in 2030’.
Belangrijk is wel dat de mogelijkheden voor het uitwisselen van gegevens tussen politie en beveiligingsorganisaties worden verruimd. Ook moet de wetgeving waarmee beveiligingsorganisaties te maken hebben, gemoderniseerd worden.
‘Veiligheid van Nederland in goede handen’ is de ondertitel van de visie van de Nederlandse Veiligheidsbranche.
Hoewel veel vormen van criminaliteit de laatste jaren zijn teruggedrongen, geldt dat niet voor cybercrime, ondermijning en terrorisme/radicalisering. In 2030 zullen deze vormen van criminaliteit verder zijn gegroeid, aldus de branchevereniging. Tegelijk moet de politie al decennialang keuzes maken als het gaat om inzet van personeel, waarvan de komende jaren bovendien een groot deel met pensioen zal gaan. “Er zijn veel nieuwe mensen nodig als men alleen al hetzelfde wil blijven doen, terwijl ook de politie te maken heeft met een krappe arbeidsmarkt.”
Beveiligingsbedrijven kunnen een oplossing bieden door taken over te nemen of aanvullend als flexibele schil te gaan werken. “Juist om ervoor te zorgen dat de politie zich kan focussen op taken waarvoor bevoegdheden en bewapening nodig zijn”, aldus de Nederlandse Veiligheidsbranche, die er ook voor pleit pragmatischer om te gaan met het onderscheid tussen publiek en privaat en minder ‘domeindiscussies’ te voeren die veiligheidsoplossingen in de weg kunnen staan.
In de beleidsvisie wordt verder gepleit verbetering van de voorwaarden waaronder beveiligingsbedrijven moeten werken. Ard van der Steur, voorzitter van de Nederlandse Veiligheidsbranche, denkt daarbij onder andere aan een gelijke rechtsbescherming voor beveiligers en andere professionals die bij de veiligheidszorg betrokken zijn.
“Denk ook aan maatregelen om cowboys in de markt minder kansen te geven en aan het terugdringen van onnodige bureaucratie in procedures voor vergunningverlening aan bedrijven en toestemmingverlening voor de inzet van beveiligers.”
Belangrijk is volgens Van der Steur ook dat de overheid in de arbeidswetgeving voldoende ruimte biedt voor de flexibele inzet van medewerkers – essentieel verbonden aan het werk van beveiligingsorganisaties – en slimmer omgaat met het uitwisselen van gegevens tussen politie en particuliere sector, uiteraard met bescherming van de rechten van burgers. “Maar niet, zoals nu vaak, met de handen gebonden op de rug.’
De branchevereniging ziet het als haar taak de sector verder te professionaliseren en aan te passen aan nieuwe eisen, die onder andere het gevolg zijn van de digitalisering. Ook wil de vereniging opdrachtgevers en iedereen die erbij betrokken is, ervan doordringen dat veiligheid een prijs heeft.
In dat kader wordt ook gepleit voor het koppelen van het Keurmerk Beveiliging aan de vergunningverlening op grond van de Wet Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus (WPBR). Een bedrijf zou alleen een vergunning moeten kunnen krijgen als het ook een keurmerk heeft.
De Nederlandse Veiligheidsbranche behartigt de belangen van bedrijven die zich bezighouden met beveiliging en beheersing van risico’s met betrekking tot personen, objecten en bedrijfsvoering. De omzet van de branche is circa 1,4 miljard euro. Van alle beveiligingsmedewerkers in Nederland werkt 90 procent bij een bedrijf dat is aangesloten bij de Nederlandse Veiligheidsbranche.
Bron: Nederlandse Veiligheidsbranche