Toekomst schoonmaak met opkomst robotica

Hoe ziet de toekomst van de schoonmaak eruit met de opkomst van robotica? Het is een van de vragen die veel werd gesteld tijdens de bijeenkomst op 10 mei bij RoboHouse in Delft. Tijdens deze speciale ontmoeting werd de samenwerking tussen Gom en RoboHouse, die moet leiden tot de ontwikkeling van een robot officieel beklonken.

Co-creatie is het toverwoord bij de ontwikkeling van robots. Het is immers de bedoeling dat het project voor alle betrokken partijen waarde toevoegt. Daarom sloegen Gom en RoboHouse eerder dit jaar de handen ineen. Het doel? Een nieuwe robot ontwikkelen die schoonmaakwerkzaamheden minder arbeidsintensief en dus aangenamer maakt. Nadat Olivier Laméris (Algemeen directeur Gom Schoonhouden) en Jos van de Boom (CFO RoboHouse) hun handtekeningen hadden gezet, werd er door het voltallige gezelschap nagepraat over de eerste bevindingen die het project hebben opgeleverd.

Medewerkers betrokken

Ties van Bruinessen (CEO RoboHouse) is enthousiast over de eerste geleerde lessen. “Innoveren in de schoonmaakbranche is noodzakelijk. Het is een van de grootste werkgevers van Nederland en het is in veel gevallen fysiek zwaar werk. Dat we met technologie werknemers gelukkiger gaan maken en beter laten werken is een goede ontwikkeling.” Hij benadrukt dat het bijzonder is dat de medewerkers vanaf het eerste moment betrokken zijn bij het traject. “Vaak wordt er vanuit het management beoordeeld, nu kunnen medewerkers gelijk aangeven wat voor hen wenselijk en werkbaar is. Zo leren we continu samen. Het is een partnerschap op alle vlakken.”

Nieuwe inzichten

Zijn woorden worden onderstreept door Olivier Laméris: “Er wordt door deskundige partijen onbevangen gekeken naar de mogelijkheden. Dit gebeurt vanuit het proces. Hoe kunnen werkzaamheden beter, efficiënter en minder fysiek belastend zijn? Het is mooi om te zien hoe de gesprekken die gevoerd zijn nieuwe inzichten opleveren die we kunnen gebruiken bij de ontwikkeling van technologie.” En die technologie is niet gericht op reductie van arbeidsplekken, legt hij uit. “Robots zijn er om ons te ondersteunen bij zware repeterende werkzaamheden, niet om ons te vervangen.” 

Arbeidsgeluk

Dat wordt beaamd door Maikel Straatman (Klantmanager bij Gom), die op de werkvloer al ervaring heeft met robots. Hij ziet dat zijn collega’s in het sportcentrum het bijzondere stukje technologie omarmen. “Hier is de robot onderdeel van het team geworden: het is een collega. Er wordt echt mee samengewerkt.” Straatman ziet veel voordelen in het integreren van robotica voor de branche. “Als robots de fysiek zware arbeid overnemen leidt dat tot minder ziekteverzuim en kunnen medewerkers vaker doen wat ze leuk vinden. Dat arbeidsgeluk is voor ons erg belangrijk.” Bij de productiviteit van robots heeft hij nog wel wat vraagtekens. “Een robot kan bij het reinigen van een vloer flink veel meters maken, soms wel drie etages in een dag. Maar wat doet ie dan de overige dagen? Niet alle panden zijn geschikt voor het inzetten van het huidige robot-wagenpark. Ik ben dan ook zeer verheugd dat de samenwerking met RoboHouse is ingezet.”

Kansen

Jang Mee Bosman (Manager FM Contracts TU Delft) sluit zich daarbij aan: “Daar liggen zeker kansen. Wat betekent de inzet van robotica voor het ontwerp van een gebouw? We hebben ontzettend veel vierkante meters die we kunnen reinigen, maar niet iedere ruimte of inrichting leent zich daar al voor.” Bosman is bijzonder enthousiast over de eerste resultaten. “Het is fijn om te zien hoe schoonmaak efficiënter kan, zonder dat dit ten koste gaat van de mensen.” Met name op het gebied van vloerreiniging ziet ze mogelijkheden. “Het is fantastisch als een robot nagenoeg onzichtbaar zijn werk doet en de vloer ondertussen toch gebruikt kan worden.”  

Experimenteren en durven

Martijn Wisse (Directeur TU Delft Robotics Institute) verwacht dan ook dat we in de toekomst meer (schoonmaak)robots gaan tegenkomen. “Op de campus worden ontzettend veel robotica-activiteiten ontplooid. We zijn er met meer dan honderd onderzoekers dagelijks mee in de weer en het aantal Fieldlabs – zoals RoboHouse – neemt toe.” Wisse onderschrijft tot slot nog maar eens het belang van deze samenwerking. “Dit zijn mooie ontwikkelingen. We moeten meer experimenteren en meer durven. Laten we de robots aan het werk zetten, leren van wat ze voor ons kunnen betekenen en een verbeterslag maken.”