Blog | Blijvende waardering voor de schoonmaak, is dat een idee?
Laat ik voor de verandering eens met positief nieuws beginnen. Ik ben ongelooflijk blij dat we in een paar dagen tijd hebben bereikt waar we al jarenlang voor vechten: erkenning voor het mooie schoonmaakvak. Minder blij ben ik met de omstandigheden waaronder het gebeurt. Sinds we met Nederland in een halve lockdown zijn terechtgekomen door het coronavirus, zijn bij Gom alle roosters op zijn kop gezet. Daarom ben ik heel trots op leidinggevenden én schoonmakers die zich in een uitzonderlijke situatie als deze knap staande weten te houden.
Het leuke van een functie als de mijne is dat geen dag hetzelfde is, zeg ik weleens. Die uitspraak is in de eerste week van de coronacrisis een understatement. Je hebt net een opdrachtgever gesproken die tijdelijk van schoonmaak afziet of de volgende hangt aan de lijn met de vraag om extra capaciteit. O ja, en à la minute. De Efteling is ook gesloten las ik. Maar eerlijk gezegd voelt het alsof we met elkaar al dagenlang in een achtbaan zitten. Waar het eindstation is? Niemand die het kan zien.
Lichtpuntjes, die zie ik wel. De herwaardering van het schoonmaakvak voorop. De schoonmaker die altijd onderaan de maatschappelijke ladder stond is de dokter van vandaag. Iedereen is met de neus op de feiten gedrukt hoe belangrijk die maatschappelijke taak eigenlijk is. Waarom het essentieel is dat trapleuningen, liftknopjes, de koffieautomaat en andere touchpoints hygiënisch gereinigd moeten worden.
Ik kan niet zeggen dat onze mensen op de vloer nou ineens heel veel meekrijgen van die plotselinge heldenstatus. Zij wisten altijd al dat schoonmaak telt. Ik zie eerder een soort volhardendheid bij hen, om het samen met de objectleiding te rooien in deze moeilijke tijd. En wat voor heel Nederland geldt, geldt ook voor een bedrijf als Gom: wij worden ook geconfronteerd met een hoger verzuim. Geklaagd wordt er echter niet, integendeel. Wat ik wel hoorde was het kenmerkende voorbeeld van een schoonmaakster die bij een klant van ons was weggestuurd. Ze vertoonde verschijnselen van verkoudheid - geen corona - en was boos dat ze niet meer welkom was: ‘Ik ben niet ziek, ik kan prima werken!’
Ik begrijp beide partijen overigens, ook de klant. Klanten die in alle gevallen anders met ons omgaan. Vriendschappelijker. Flexibeler. Zij onderkennen de gecompliceerde omstandigheden waaronder we soms moeten werken. Daar is begrip voor, we krijgen ruimte om te improviseren als het nodig is. En wij hebben problemen in onze operatie, maar zij niet minder. Als ik bel - fysiek afspreken is er amper nog bij - merk ik het, die eerste tien minuten aan de lijn. Het is voor veel contactpersonen even stoom afblazen, hún verhaal doen.
Ook met leveranciers werken we ineens anders samen. Voor een kapot zeepdispensertje moesten we voorheen de sanitairpartner bellen. De twee dagen die voor vervanging stonden, zijn nu een no-go-area. Ze liggen nu op voorraad op de locatie, en als een dispenser stuk gaat installeren wij een nieuwe. De ketensamenwerking heeft dankzij het virus vleugels gekregen.
Politieagenten. Artsen. Burgemeesters. Journalisten. Het is een mooi lijstje van vitale beroepen waar ‘wij’ toch maar mooi tussen staan, als schoonmakers. Fantastisch. En niet meer dan terecht gezien de enorme inzet waarmee onze mensen elke dag hun werk doen. Velen van ons hebben de ‘luxe’ van thuiswerken, zij niet. Wat laat je dán zien dat je hart voor dat werk hebt. Ik hoop van harte dat we in de spin-off van de hele crisis straks nog iets van die waardering overhouden. Het liefst blijvende waardering, is dat een idee?
Chapeau voor al onze schoonmakers!
Ad van Opstal
senior accountmanager Gom Offices
#schoonmakersbedankt