Nieuw praktijklerenconcept moet ‘verloren generatie’ beter voorbereiden

Het valt niet mee voor een mbo’er op niveau 2 om aan een baan te komen. De toekomst is weinig rooskleurig. Technologie maakt veel banen overbodig, vooral op de lagere niveaus. Honderdduizenden werkplekken staan de komende jaren op de tocht. Er wordt daarom al gesproken van ‘een verloren generatie’. Bijkomend probleem is dat veel mbo’ers op niveau 2 niet altijd even makkelijk leren. Met het project ‘Onderwijs bouwen’ gaat Albeda in samenwerking met het regionale bedrijfsleven – waaronder Facilicom Group - het onderwijs over een andere boeg gooien: leren in de praktijk. Veel sectoren, schoonmaak en zorg voorop, zitten immers te springen om mensen.

‘Die aanpak om de vloer te reinigen is niet handig, Kevin. Als je nu eens hier begint, eindig je straks op een veel logischer plek.’ Objectleider Jolanda van schoonmaakbedrijf Gom neemt ‘Kevin’ - niet zijn echte naam - even apart voor een korte uitleg over een slimmere werkmethodiek. Daar is in de hectiek van de schoonmaakwerkzaamheden alle tijd voor. Kevin is ook geen medewerker bij Gom, maar student aan Albeda, Dienstverlening op mbo niveau 2. Dat hij bij Gom aan de slag is, is het resultaat van een compleet nieuw onderwijsconcept: de praktijkroute. Deze opleiding volgt Kevin zonder ooit nog een schoolgebouw van binnen te zien.

 

Facilicom Group is één van de partners in het project ‘Onderwijs bouwen’. De anderen zijn, naast Albeda , Welzijn E25, Laurens, SBV Excelsior en Humanitas. In plaats van twee jaar lang de mbo-opleiding op niveau 2 te volgen op school, gaan studenten elke 20 weken aan de slag bij een andere partner. Ondertussen hoeven ze zich niet langer meer vóór hun opleiding te buigen over de richting die ze gaan volgen, maar ontdekken ze in die twee jaar waar hun passie ligt: bij zorg en welzijn, sport en recreatie of facilitaire dienstverlening.

‘Doeners’

‘Dat was ook de insteek, om de opleiding breder op te zetten’, legt onderwijsleider Syb van Seters van Albeda uit. ‘Dit zijn vooral doeners. Daar moet je gebruik van maken en hen prikkelen: wat kan er allemaal met je opleiding? Het onderwijs moet hen meer uitdagen. Ook omdat deze groep heel divers is. Vaak zijn het al wat oudere studenten en hebben ze een heel onderwijsverleden achter zich. Maar om succes te hebben op de arbeidsmarkt, moeten ze wél die startkwalificatie halen.’



Met of zonder diploma, het baanperspectief voor mbo’ers op de laagste twee niveaus is niet hoopgevend. Door automatisering en digitalisering gaan de komende jaren veel banen voor de doelgroep verdwijnen. ‘De verloren generatie’ wordt de groep al genoemd.

Samenwerking met Facilicom Group

Maar veel sectoren zitten juist te schreeuwen om die ’verloren’ doelgroep. De zorg is er een goed voorbeeld van, schoonmaak, catering en beveiliging zijn andere sectoren. Het is daarom dan ook dat Facilicom Group zich aan het project verbond. De twee partijen werken al langer samen. Niet alleen is Gom verantwoordelijk voor de schoonmaak van alle locaties van de Rotterdamse onderwijsinstelling, ook werd uit die samenwerking Youngflex geboren. Studenten facilitaire dienstverlening (niveau 4) kunnen hier een jaar lang hun ‘eigen’ schoonmaakbedrijf runnen.

 

‘In navolging van dat initiatief kwam de vraag naar boven: wat kunnen we nog meer doen?’, zegt Mieke Sprinkhuizen, senior accountmanager bij Gom Onderwijs. ‘Daaruit is dit gekomen. Voor de student creëren we een uitdagende leeromgeving. Die krijgt de kans praktijkervaring op te doen in verschillende branches waar wij onze diensten verlenen. Een student die al is ingewerkt, kan tegelijkertijd voor Facilicom Group een prima vakantiekracht zijn. Én met het project kijken we ook naar de toekomst, naar het werven van een nieuwe populatie werknemers. Het is dus zowel op korte als lange termijn van waarde voor de student én voor ons als werkgever.’

V.l.n.r.: Anky Romeijnders (lid College van Bestuur Albeda), Albert van der Meulen (directeur Gom Schoonhouden), Gijsbert van Herk (Humanitas, voorzitter Raad van Bestuur) en Hans van Petten (Laurens, directeur Wonen en Zorg)

V.l.n.r.: Anky Romeijnders (lid College van Bestuur Albeda), Albert van der Meulen (directeur Gom Schoonhouden), Gijsbert van Herk (Humanitas, voorzitter Raad van Bestuur) en Hans van Petten (Laurens, directeur Wonen en Zorg)

Dedicated docent

Namens Albeda zijn 13 studenten aan de slag bij diverse Facilicom-bedrijven. Zij werken voor zorg- en welzijnsorganisatie Incluzio in een ‘Huis van de Wijk’, voor cateraar Albron en Gom Zorg in het Sint Franciscus Gasthuis en voor Gom Hospitality in dierentuin Blijdorp, de Van Nelle Fabriek en het nHow Hotel. Mieke: ‘Er is een dedicated docent van Albeda bij betrokken. Die bezoekt ’s morgens de locaties en geeft ’s middags les in een zogenaamde hub, het Huis van de Wijk, waar de studenten de ochtenden evalueren en de theorie aan de praktijk verbinden. Het opzetten van dit vernieuwde onderwijs heeft een jaar geduurd. In een innovatieteam met docenten, werkbegeleiders en onderwijskundigen zijn de werkprocessen inzichtelijk gemaakt en getoetst aan de eisen in het kwalificatiedossier; een mooi en intensief traject.

 

In de ochtenduren werken studenten ook écht mee. ‘We koppelen ze aan een buddy en ze gaan onder hun leiding aan de slag. Object- en rayonleiders krijgen van ons extra tijd voor begeleiding.’ Mieke: ‘Het blijft tenslotte wel echt school. Het is belangrijk dat er voldoende tijd is voor onze werkbegeleiders om de studenten écht iets kunnen leren in de praktijk. Het lijkt wel een beetje op de praktijkscholen van vroeger.’

Heel verschil in leren

‘Het hybride leren’, omschrijft Syb van Seters het concept. ‘Het schoolse is eraf. In het reguliere onderwijs is het vooral: dit is de methode en dit is het boek, ga daarna maar de praktijk in. Hier doen we het andersom. Het is een heel verschil in leren. Niet alleen voor de studenten, maar ook voor de docenten. Ik ben ervan overtuigd dat dit het onderwijs voor de toekomst is voor deze doelgroep. We vallen je niet lastig met wat je wél kunt, maar juist met wat je níet kunt. Scholieren krijgen veel meer het gevoel: hier kan ik laten zien wat ik kan, en aan wat ik nog moet leren, wordt aandacht besteed.’

Andere houding

Toch is het wennen voor een doelgroep die best wat uitdagingen kent in zowel de privé- als de schoolsfeer, erkent Mieke. ‘Van studenten wordt een andere houding verwacht nu ze echt in de omgeving van een werkgever aan het leren en werken zijn. Ze vinden het heel serieus allemaal. Dat heeft een positief effect op hun betrokkenheid, op hun inzet, ook omdat ze nu direct te zien krijgen wat ze straks, na school, écht gaan doen. Tegelijkertijd is het wennen voor de studenten . Ze zijn niet langer meer in de veilige omgeving van school. Niet iedere student floreert dan ook bij deze aanpak. Het is daarom essentieel om dit aan de voorkant al duidelijk te maken. Intakegesprekken voor nieuwe studenten houden we daarom niet meer op school, maar op de locatie waar de student daadwerkelijk gaat werken en leren, zodat ze zien dat ze straks niet in een schoolomgeving hun opleiding volgen’

 

‘En gemotiveerd zijn ze zeker’, ziet Syb. ‘Ik ben vandaag op twee werkplekken geweest. Op één na was iedereen er. Wat ze inderdaad vooral moeten leren is dat ze niet langer meer op school zitten, maar dat ze zich in een werksituatie bevinden. Het is niet langer meer vrijblijvend dat je om half negen op school moet zijn, je hebt nu een afspraak om acht uur. Er wordt op jou gerekend. Dat aspect kenden de studenten tot voorheen niet. Het is heel anders als stage lopen, heel anders ook als een leerwerkplek. ’ Mieke: Dat is wennen, dat is uitdagend maar dat hoort bij onderwijsvernieuwing. Zo komen wij steeds weer een stapje dichterbij om iedereen een kansrijke toekomst te bieden, mooi om hier als Facilicom Group aan bij te dragen!





Dit artikel is eerder uitgebracht door Schooldomein.nl.